
Over theecultuur gesproken… Vol afgrijzen kijk ik naar de manier van theedrinken om mij heen. Neem het mij niet kwalijk, hier ben ik wat dat betreft eigenlijk het buitenbeentje…
Meestal gaat het zo: “Kopje thee? ” – “Ja, lekker!”. En daar begint het ellende voor mij…
Ik kom oorspronkelijk uit Duitsland. Om precies te zijn, uit Ostfriesland, echt een meisje van de kust. En daar drinken we de thee zwart. Echt zwart. Donkerzwart. En bitter. Met een groot stuk kandijsuiker (“kluntje”) en een schepje room (een “wolkje”) erbovenop. En dat tenminste 3 keer per dag. Zo heb ik het nog van mijn oma meegekregen. Hier drink ik hem net zo zwart en met het ‘kluntje’, maar zonder room. En dan meteen het liefst een hele kan. Gezet met 6-8 lepels losse “Ostfriesentee” per kan.
En nu het Nederlandse theeritueel. Het vervolg op “Kopje thee? ” – “Ja, lekker!”.
De gastheer/-vrouw zet een (glazen) beker met heet water dat meestal al een tijdje van de kook af is voor mij neer. Daarnaast een zakje Engelse melange. Opgevolgd van de vraag “suiker of melk?”. Alternatief staan er al één tot twee kopjes heet water klaar en het zakje wordt “dip dip dip” 3x in elk glas water gedipt. Het water krijgt hierdoor voor mij een lichte caramelkleur. Hooguit. Ik ruik, ik proef… niet veel. Een vleugje thee misschien. Maar oefff! Écht, ik woon hier al sinds 1998, hier kan ik niet aan wennen. Ik woon in Oost-Groningen, 20km van de grens vandaan. Deze kant van de grens “dip dip dip”. 100 meter verder over de grens – gitzwarte vreugde.
Nog eens, het zal wel aan mij liggen. Zal een “Ostfriesending” zijn. Ik houd van Nederland en de Nederlanders. Maar mijn thee zet ik dan toch liever zelf. Zoals mijn oma dat deed.
Die vandaag trouwens jarig zou zijn geweest… Ik drink wel een kopje op jou daar boven oma <3
Geef een reactie